Juridische publicaties

Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking

  • Interessant
  • 14 minuten (2738 woorden)

Geschreven door: Laura Gringhuis.

1. Inleiding

‘Reisverbod veroordeelde pedo mogelijk in 2015’[i], ‘Levenslang toezicht voor zedendeliquent’.[ii] Een greep uit de talloze krantenkoppen, nadat de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Fred Teeven, het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en het Wetboek van Strafvordering (Sv) (hierna: het wetsvoorstel) had ingediend.[iii] Als het om zedendelinquenten gaat reageert men over het algemeen fel. Wat de precieze regeling inhoudt en of het positief effect zal hebben op de veiligheid, doet er niet toe. Al kan dat laatstgenoemde wel als één van de doelen van Fred Teeven worden gezien.

Wat omvat het wetsvoorstel precies, wat zal er precies gaan veranderen en gaat dit alleen gelden voor zedendelinqenten? En hoe weerhoudt het wetsvoorstel zich met artikel 8 Europese Verdrag van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (hierna: het EVRM)? In dit essay zullen de bovenstaande vragen aan bod komen. Allereerst bespreek ik de huidige situatie, daarna zal ik het wetsvoorstel doornemen en als laatste zal ik de verhouding met artikel 8 EVRM bespreken.

2. De huidige situatie

Indien een gewelds- of zedendelinquent tot terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met dwangverpleging is veroordeeld en de tijd in de kliniek heeft uitgezeten, kan de rechter voorwaarden aan de delinquent opleggen waar hij zich, buiten de kliniek, aan moet houden. Dit noemt men de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het verplegingstraject in de kliniek eindigt voorwaardelijk, de tbs duurt nog voort. Volgens artikel 38j, tweede lid, Sr kan de rechter de voorwaarden maximaal voor de duur van negen jaren opleggen. Nadat deze negen jaren zijn verstreken, bestaat er geen mogelijkheid meer om toezicht te houden op deze delinquenten.

In artikel 15c Sr zijn regels opgenomen die de proeftijd bij de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) regelen. Er is een onderscheid gemaakt tussen de proeftijd van de algemene voorwaarde (dat de delinquent zich in die tijd niet schuldig maakt aan enig strafbaar feit) en de proeftijd van de bijzondere voorwaarden (de voorwaarde(n) gesteld door de rechter). De proeftijd van de algemene voorwaarde is gelijk aan de periode waarover v.i. wordt verleend en bedraagt ten minste een jaar.[iv] Het Openbaar Ministerie (hierna: OM) stelt de duur van de proeftijd van de bijzondere voorwaarden vast. Deze is ten hoogste gelijk aan de periode waarover v.i. wordt verleend.[v]

Momenteel bestaat er nog geen zelfstandige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor tbs-gestelden van wie de tbs (definitief) is geëindigd en voor zware zeden- en geweldsdelinquenten van wie de gevangenisstraf is geëindigd of van wie de voorwaardelijke invrijheidsstelling na een gevangenisstraf is geëindigd.

3. Het wetsvoorstel en de veranderingen

Het vergroten van de maatschappelijke veiligheid en het terugdringen van recidive zijn topprioriteiten van het huidigekabinet.[vi] Dit heeft het kabinet duidelijk gemaakt in het Regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’. In dit akkoord is opgenomen dat het mogelijk gaat worden levenslang toezicht te houden op zeden- en geweldsdelinquenten.[vii] Volgens het kabinet leidt de terugkeer van zeden- en geweldsdelinquenten in de maatschappij na een vrijheidsstraf of tbs regelmatig tot maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid.[viii] Het kabinet stelt alles in het werk om de recidive van zeden- en geweldsdelinquenten te voorkomen en te bestrijden en wil daarom een op de persoon gerichte aanpak.[ix] Fred Teeven heeft een wetsvoorstel ingediend waarmee hij verandering wil brengen in de huidige situatie.

Met het wetsvoortel wil dhr. Teeven een drietal zaken veranderen.

3.1. Verandering I

Allereerst wil dhr. Teeven de maximale duur van de voorwaardelijk beëindiging van de verpleging van overheidshalve laten vervallen. De maximale duur van de voorwaardelijke beëindiging bedraagt nu negen jaar.[x] Gedurende deze periode toetst de rechter periodiek of verlenging van de terbeschikkingstelling in voorwaardelijk kader nog nodig is dan wel of de terbeschikkingstelling definitief kan worden beëindigd.[xi] Door deze periodieke toetsing zorgt de rechter ervoor dat de voorwaardelijke beëindiging niet langer voortduurt dan proportioneel en nodig is. Gelet op het bovenstaande is het volgens dhr. Teeven niet nodig een wettelijk maximum te stellen voor de voorwaardelijke beëindiging. In het wetsvoorstel zullen de leden 2 en 3 van artikel 38j Sr verdwijnen. De maximale termijn van negen jaar zal daarmee komen te vervallen.

3.2. Verandering II

Ten tweede wil dhr. Teeven de proeftijden van de voorwaardelijke invrijheidsstelling gelijk trekken.[xii] Om dit te bewerkstelligen zal artikel 15c Sr gaan veranderen. De in dit artikel genoemde proeftijd zal, naast voor de algemene voorwaarde, ook gaan gelden voor de bijzondere voorwaarden. Het verschil tussen de beide voorwaarden wordt hierdoor opgegeven. Artikel 15c Sr blijft verder ongewijzigd. De proeftijd is gelijk aan de periode waarover voorwaardelijke invrijheidsstelling is verleend en bedraagt ten minste een jaar. De rechter zal op vordering van het OM de proeftijd kunnen verlengen met twee jaren.[xiii]

3.3. Verandering III

Ten derde betreft het wetsvoorstel een voorstel om een langdurige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor ter beschikking gestelden en zeden- en geweldsdelinquenten in te voeren. Hiervoor moet een nieuwe, vierde afdeling in het eerste boek, titel IIA van het Wetboek van Strafrecht komen. Bij de terbeschikkingstelling zal deze maatregel met name worden toegepast bij de gemaximeerde tbs met verpleging van overheidshalve.[xiv] Dit biedt de mogelijkheid om langdurig – en indien noodzakelijk levenslang – toezicht te houden op deze delinquenten van zeer ernstige misdrijven. In het kader van dit toezicht zal de rechter gedragsbeïnvloedende voorwaarden en andere vrijheidsbeperkingen kunnen opleggen.[xv] De rechter kan de maatregel ambtshalve of op vordering van het OM opleggen. Dit ter bescherming van de veiligheid van anderen of voor de algemene veiligheid van personen of goederen.[xvi] Er zullen drie gronden in de wet komen op grond waarvan de oplegging van de maatregel mogelijk is. Ten eerste indien de verdachte bij rechterlijke uitspraak ter beschikking is gesteld.[xvii] Ten tweede indien de verdachte bij rechterlijke uitspraak is veroordeeld tot een gevangenisstraf of tot een gevangenisstraf waarvan een gedeelte niet tenuitvoer zal worden gelegd.[xviii] Het moet hierbij gaan om een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen en waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren is gesteld.[xix] Men spreekt hier ook wel van gewelds- en zedenmisdrijven. Als laatste is het mogelijk de maatregel op te leggen voor een verdachte die wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf of een gevangenisstraf waarvan een gedeelte niet ten uitvoer zal worden gelegd door het begaan van één van de in de wet opgesomde misdrijven.[xx] Dit gaat onder andere over de misdrijven kinderpornografie (artikel 240b Sr), koppelarij (artikel 250 Sr) en afpersing (artikel 317, eerste lid, Sr).

Indien het OM een vordering instelt voor de oplegging van deze maatregel, zal de officier van justitie een advies van de reclassering moeten overleggen.[xxi] Er bestaan twee gronden waarop de rechter de ten uitvoerlegging van de maatregel zal gelasten. De eerste grond betreft de situatie dat men er ernstig rekening mee moet houden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan waarvoor de rechter de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z, eerste lid, Sr kan opleggen.[xxii] De tweede grond is dat oplegging noodzakelijk is ter voorkoming van ernstig belastend gedrag jegens slachtoffers of getuigen.[xxiii] In de wet zullen veertien voorwaarden opgesomd worden welke de rechter aan de maatregel kan verbinden. Bijvoorbeeld een verbod op gebruik van verdovende middelen of alcohol, een verbod contact te leggen met bepaalde personen of instellingen, een verbod zich te vestigen in een bepaald gebied, maar ook de plicht om te verhuizen uit een bepaald gebied.[xxiv] De rechter kan de ten uitvoerlegging van de maatregel gelasten voor een periode van twee, drie, vier of vijf jaren.[xxv] Deze periode kan telkens met twee, drie, vier of vijf jaren worden verlengd.[xxvi] De gronden voor verlenging zijn dezelfde als de gronden die gelden bij oplegging van de maatregel.[xxvii] In beginsel houdt het OM toezicht op naleving.[xxviii] De rechter kan echter een reclasseringsinstelling de opdracht geven toezicht te houden.[xxix] De praktijk leert dat het meer regel dan uitzondering is dat de reclassering toezicht houdt. De maatregel vervalt als de rechterlijke uitspraak waarbij de persoon ter beschikking is gesteld of de persoon is veroordeeld tot een gevangenisstraf, onherroepelijk is geworden en in de uitspraak een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking is opgelegd.[xxx] Tegen de beslissing[xxxi] van de rechter strekkende de maatregel kan zowel door het OM als door de veroordeelde beroep worden ingesteld. Het OM kan binnen veertien dagen na dagtekening van de uitspraak beroep instellen. De veroordeelde kan binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen. Beiden zullen dit beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.[xxxii]

4. Art 8 EVRM

Vooral de invoering van de hier boven besproken toezichthoudende maatregel kan een beperking opleveren van één of meerdere in de Grondwet of internationale mensenrechtenverdragen neergelegde rechten. Ik richt me vooral op het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer[xxxiii] en het recht op bewegingsvrijheid.[xxxiv] Deze rechten zijn niet absoluut. Dit houdt in dat een beperking op dit recht mogelijk is, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Dat is het geval wanneer de beperking op het recht bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van één of meerdere in die artikelen geformuleerde gerechtvaardigde doelen.[xxxv]

Allereerst moet de beperking bij de wet zijn voorzien. Dit betekent dat er een wettelijke grondslag voor de beperking moet bestaan, dat deze grondslag voldoende toegankelijk is en de regeling voldoende voorzienbaar. Daarnaast moeten er voldoende waarborgen zijn om willekeur en misbruik te voorkomen. Indien er sprake is van een dringende maatschappelijke behoefte, is inmenging van de overheid noodzakelijk. Ook moet er zijn voldaan aan de proportionaliteit (belangenafweging tussen de ernst van de inmenging en de belang dat ermee wordt gediend) en subsidariteit (een minder ingrijpend middel kan niet worden ingezet).

Indien het besproken wetsvoorstel tot wet wordt verheven wordt voldaan aan het vereiste dat de beperking een formele wettelijke grondslag kent. Ook de vereisten van de voorzienbaarheid en toegankelijkheid zijn geen probleem, aangezien het wetsvoorstel op een behoorlijke manier bekend zal worden en het wetsvoorstel voorzien zal zijn van een deugdelijke en kenbare motivering.[xxxvi] Dhr. Teeven is van mening dat de wettelijke regeling in algemene zin duidelijk maakt welke gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden bij de maatregel gesteld kunnen worden, wanneer deze ten uitvoer wordt gelegd.[xxxvii] Dat bij het opleggen van de maatregel nog onduidelijk is of de maatregel daadwerkelijk ten uitvoer zal worden gelegd en hoe aan deze maatregel inhoud wordt gegeven, doet niets af aan het feit dat de maatregel voldoende voorzienbaar is. Dhr. Teeven noemt hierbij het standpunt van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Het Hof heeft erkend dat het voor het nationale recht vrijwel ondoenlijk is voor ieder concreet geval de norm zo precies te formuleren dat deze geheel is toegesneden op het desbetreffende geval.[xxxviii] Het bovenstaande in aanmerking genomen, concludeert dhr. Teeven dat aan de eis van toegankelijkheid en voorzienbaarheid is voldaan. Tevens zijn in de procedure enkele waarborgen aanwezig tegen willekeur en misbruik van de maatregel, waardoor ook aan deze eis is voldaan. Hierbij valt te denken aan de eis van een onafhankelijke rechter; er wordt veel waarde gehecht aan of er noodzakelijkheid bestaat om de maatregel op te leggen; bij de vordering van de tenuitvoerlegging of verlenging ligt een advies van de reclassering ten grondslag en eventueel moet een medische verklaring worden overlegd; er zijn regels bepaald omtrent opheffing of wijziging welke zowel voor het OM en de rechter gelden als voor de betrokkene zelf en als laatste voorziet de regeling in een ruime mate van rechtsbescherming.[xxxix] Ook het vereiste dat de beperkende maatregel een legitiem doel moet dienen, zal geen problemen opleveren. De maatregel zal meerdere legitieme doelen dienen. Te weten het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden en de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen, onder andere die van (toekomstige) slachtoffers.[xl]

Als laatste vereiste is gesteld dat de beperking noodzakelijk is in een democratische samenleving. Aangezien de maatregel dient om ernstige misdrijven, zoals gewelds- en zedenmisdrijven, terug te dringen en de recidive te voorkomen, kan men spreken van een dringende maatschappelijke behoefte. Deze ernstige misdrijven veroorzaken maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid. Hiermee rekening houdende is het van belang dat de terugkeer van deze delinquenten zorgvuldig en verantwoord gebeurt. Dit betekent dat op de persoon toegesneden voorwaarden hier het beste bij aansluiten. Er is dan ook geen twijfel over mogelijk dat er bij deze maatregel sprake is van een noodzakelijke beperking in een democratische samenleving.

5. Conclusie

Het staat buiten kijf dat er veel zal veranderen indien het wetsvoorstel tot wet wordt verheven. Dit zal meer kwesties bevatten dan de in de inleiding aangehaalde krantenkoppen, welke reageren op de veranderingen voor zedendelinquenten. Zo zal de wettelijke termijn van negen jaren voor de voorwaardelijk beëindiging van de verpleging van overheidshalve komen te vervallen en zal de proeftijd van de algemene voorwaarde en de proeftijd van de bijzondere voorwaarden bij voorwaardelijk invrijheidsstelling gelijk worden getrokken. Daarnaast zal een geheel nieuwe gedragsbeïnvloedende maatregel worden ingevoerd waarbij levenslang toezicht mogelijk zal worden voor zedendelinquenten, maar ook voor tbs’ers en geweldselinquenten. De maatregel kan beperkingen inhouden op de rechten van de betrokkenen, maar deze verhouden zich goed met het recht uit artikel 8 eerste lid, EVRM. In dit artikel is een rechtvaardiging voor de maatregelen te

[i] A. Karimi, ‘Reisverbod veroordeelde pedo mogelijk in 2015’, Metro 14 januari 2014 (via www.metronieuws.nl).

[ii] ‘Levenslang toezicht voor zedendelinquenten’, Het Algemeen Dagblad 27 maart 2012 (via www.ad.nl).

[iii] Wetsvoorstel wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van de maximale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, het verlengen van de proeftijden van de voorwaardelijke invrijheidsstelling en de invoering van een langdurig gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor ter beschikking gestelden en zeden- en geweldsdelinquenten (langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking), 25 november (hierna: Wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking). Het wetsvoorstel is te raadplegen via rijksoverheid.nl.

[iv] Artikel 15c, eerste lid, Sr.

[v] Artikel 15c, tweede lid, Sr.

[vi] Memorie van Toelichting bij Wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking, 29 november 2013, p. 1. De MvT is te raadplegen via rijksoverheid.nl.

[vii] Kamerstukken II 2012/13, 33 410, nr. 15, blz. 26.

[viii] Memorie van Toelichting bij Wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking, 29 november 2013, p. 1.

[ix] Ibid.

[x] Artikel 38j, tweede lid, Sr.

[xi] [xi] Memorie van Toelichting bij Wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking, 29 november 2013, p. 1.

[xii] Artikel 15c, tweede lid, Sr nieuw.

[xiii] Artikel 15c, derde lid, Sr nieuw.

[xiv] Gemaximeerde tbs: tbs met dwangverpleging die voor maximaal vier jaren kan worden opgelegd.

[xv] [xv] Memorie van Toelichting bij Wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking, 29 november 2013, p. 4.

[xvi] Artikel 38z, eerste lid, Sr nieuw.

[xvii] Artikel 38z, eerste lid, onder a, Sr nieuw.

[xviii] Artikel 38z, eerste lid, onder b, Sr nieuw.

[xix] Artikel 38z, eerste lid, onder b, Sr nieuw.

[xx] Artikel 38z, eerste lid, onder c, Sr nieuw.

[xxi] Artikel 38z, tweede lid, Sr nieuw.

[xxii] Artikel 38ab, eerste lid, onder a, Sr nieuw.

[xxiii] Artikel 38ab, eerste lid, onder b, Sr nieuw.

[xxiv] Artikel 38ab, tweede lid, onder a, i, m, n. Sr nieuw.

[xxv] Artikel 38ab, vierde lid, Sr nieuw.

[xxvi] Artikel 38ac, eerste lid, Sr nieuw.

[xxvii] Vergelijk artikel 38ab, eerste lid, Sr nieuw en artikel 38ac, eerste lid, Sr nieuw.

[xxviii] Artikel 38ad, eerste lid, Sr nieuw.

[xxix] Artikel 38ad, tweede lid, Sr nieuw.

[xxx] Artikel 38af, eerste lid, Sr nieuw.

[xxxi] inzake de tenuitvoerlegging van de opgelegde maatregel als bedoeld in artikel 38ab, eerste lid, de verlenging van de termijn van de maatregel als bedoeld in artikel 38ac, eerste lid, en de opheffing of wijziging van de maatregel of de voorwaarden daarbij als bedoeld in artikel 38ae.

[xxxii] Artikel 38ag, eerste lid, Sr nieuw.

[xxxiii] Artikel 8, eerste lid, EVRM; artikel 10 Grondwet; artikel 17 IVBPR.

[xxxiv] Artikel 2, eerste lid, Vierde Protocol bij het EVRM; artikel 12, tweede lid, IVBPR.

[xxxv] Artikel 8, tweede lid, EVRM.

[xxxvi] [xxxvi] Memorie van Toelichting bij Wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking, 29 november 2013, p. 49.

[xxxvii] Ibid.

[xxxviii] Ibid.

[xxxix] [xxxix] Memorie van Toelichting bij Wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking, 29 november 2013, p. 50.

[xl] Ibid.


Een dag piketdienst
08feb

Een dag piketdienst

Geschreven door: mr S.M. Wolfert, advocaat bij Flooren Advocatuur. Het lijkt af en toe enigszins op een spelshow. De grote...

Column: Levenslang; het einde is in zicht
08feb

Column: Levenslang; het einde is in zicht

Geschreven door: Maryna Kazlova. “Levenslang is levenslang. Van terugkeer in de samenleving is geen sprake, tenzij in een uitzonderlijk...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen