Juridische publicaties

De aanwezigheid van een advocaat tijdens het politieverhoor

  • Interessant
  • 12 minuten (2440 woorden)

Door Iris Gerrits

Op 22 december 2015 oordeelde de Hoge Raad dat er vanaf 1 maart 2016 bij elk strafrechtelijk verhoor door politieambtenaren een raadsman aanwezig moet zijn die de verdachte rechtsbijstand biedt.1 Dat een verdachte na zijn aanhouding recht heeft op een advocaat is op zichzelf niets nieuws. Echter zijn de omstandigheden wanneer en op welke manier rechtsbijstand moet worden verleend veranderd. Maar wat is er nu werkelijk veranderd in het kader van de rechtsbijstand tijdens het politieverhoor?

Situatie voor 1 maart 2016     
In Nederland maken wij onderscheid tussen consultatiebijstand en verhoorbijstand. In 2008  heeft het Europees Hof met het Salduz-arrest de consultatiebijstand vastgesteld. Hierin is bepaald dat artikel 6 van het het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) eist dat de verdacht voor de aanvang van het eerste politieverhoor toegang moet krijgen tot een raadsman. Ten tweede eist artikel 6 EVRM dat de verdachte vóór de ondervraging door politieambtenaren gewezen moet zijn op zijn recht om een advocaat te raadplegen.2 Deze vorm van rechtsbijstand wordt ook wel consultatiebijstand genoemd. De consultatiebijstand bestaat uit een gesprek tussen de verdachte en een raadsman voorafgaand aan het eerste inhoudelijke verhoor van de verdachte door politieambtenaren. Met ‘inhoudelijk verhoor’ wordt bedoeld: het verhoor van een verdachte aangaande zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit. 3 Deze vorm van rechtsbijstand wordt vergoed door de staat. Zowel meerder- als minderjarige verdachten hebben recht op deze consultatiebijstand.

Mocht een verdachte de wens hebben om tijdens het verhoor te worden bijgestaan door een raadsman, dan is dit ook mogelijk. Dit wordt ook wel verhoorbijstand genoemd. Een voorwaarde is dat de verdachte er zelf expliciet om moet verzoeken bij de politie. De politie zal dit verzoek vervolgens honoreren en de verdachte voorzien van een advocaat.4 Dit betekent dat wanneer de verdachte ondervraagd wordt door politieambtenaren, een raadsman aanwezig zal zijn bij deze ondervraging. De kosten van deze raadsman komen voor rekening van de verdachte.

Situatie na 1 maart 2016        
Intussen is de rechtsbijstand voor het verhoor veranderd. De Hoge Raad heeft op 22 november 2015 het Salduz-arrest aangescherpt. In het arrest van 22 november 2015 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de raadsman nu altijd aanwezig moet zijn tijdens het strafrechtelijk verhoor, tenzij de verdachte uitdrukkelijk laat weten afstand te willen doen van dit recht.5 Dat betekent dat verdachten, zowel meerder- als minderjarige, in het vervolg niet alleen recht hebben op consultatiebijstand, maar ook op verhoorbijstand, vergoed door de staat. Dat wil zeggen dat de verdachten niet alleen voorafgaand aan en na het verhoor recht hebben op een raadsman, maar ook tijdens het verhoor. Voor 1 maart moest de verdachte hier zelf expliciet om vragen en waren de kosten voor de verdachte zelf. Nu zijn de kosten van deze vorm van bijstand voor de staat. Ook is de politie bij de aanhouding en staandehouding verplicht de verdachte te wijzen  op niet alleen consultatiebijstand, maar ook verhoorbijstand.

De raadsman moet bij elk verhoor aanwezig zijn. Zonder aanwezigheid van de raadsman mag de ondervraging door politieambtenaren niet aanvangen, op twee uitzonderingen na:

a. Als de verdachte alsnog afstand doet van zijn recht op verhoorbijstand of;
b. Wanneer sprake is van een dringende noodzaak om ernstige negatieve gevolgen voor het leven, de vrijheid of de fysieke integriteit van een persoon te voorkomen of te voorkomen dat aanzienlijke schade aan het onderzoek wordt toegebracht.6

Categorisering en kosten       
Er zijn drie manieren om de consultatie- en verhoorbijstand uit te voeren. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen A-, B en C-zaken. Bij A –zaken is sprake van een verdenking van een misdrijf dat voldoet aan de criteria voor de inzet van een Team Grootschalig Onderzoek. Wanneer een verdachte wordt aangehouden, en binnen de A- categorie valt, kan hij geen afstand doen van zijn recht op een advocaat. De verdachte is in ieder geval verplicht gebruik te maken van consultatiebijstand. Wel kan de verdachte afstand doen van zijn recht op verhoorbijstand. Deze verhoorbijstand zal de verdachte niet zelf hoeven te bekostigen. Vervolgens zijn er de B-zaken. Onder B-zaken vallen de zaken waarbij de verdachte in verzekering kan worden gesteld, en zaken die niet vallen onder A-zaken. De verdachte kan bij B-zaken afstand doen van zowel consultatie- als verhoorbijstand. Dit moet de verdachte vrijwillig en ondubbelzinnig laten blijken. Bij C-zaken kan geen bevel tot inverzekeringstelling worden gegeven. De verdachte kan er voor kiezen om een advocaat in te schakelen, maar deze kosten zijn voor zowel consultatie- als bij verhoorbijstand voor eigen rekening.7 Mocht de verdachte desalniettemin rechtsbijstand wensen, dan moet de politie dit verzoek honoreren en de verdachte van een raadsman voorzien.

Taak van de advocaat
De advocaat heeft tijdens het verhoor door politieambtenaren een controlerende taak. De raadsman ziet erop toe dat het verhoor op een goede manier geschiedt. Hij heeft voor deze taak een aantal bevoegdheden gekregen. Ten eerste mag de raadsman ingrijpen wanneer naar zijn inzicht ongeoorloofde druk wordt uitgeoefend op de verdachte. Ten tweede kan de advocaat de verhorende ambtenaren erop wijzen dat de verdachte een vraag niet, of niet goed begrepen heeft en ten slotte kan hij duidelijk maken dat de toestand waarin de verdachte verkeert niet verantwoord is voor een vervolg van het verhoor. Verder mag de advocaat voor en na het verhoor alle vragen stellen aan de verdachte die voor de verdediging van de verdachte relevant kunnen zijn. Een belangrijk punt dat niet vergeten moet worden is dat de verhorende ambtenaar de leiding heeft tijdens het verhoor. Het is geen groepsgesprek, maar een gesprek tussen de ondervragende ambtenaar en de verdachte. Dit houdt in dat de raadsman een terughoudende rol heeft tijdens het verhoor. Zo mag de raadsman gedurende het verhoor geen opmerkingen maken of vragen stellen. Heeft de verhorende ambtenaar het idee dat de raadsman te veel invloed heeft op het verhoor waardoor de ambtenaar zich belemmerd voelt in de ondervraging, dan is de politieambtenaar bevoegd, met toestemming van de hulpofficier, de raadsman te verwijderen uit de ruimte vanwege ordeverstoring van het verhoor.8

Ontstaan discussie     
De discussie over de vraag of de raadsman het recht heeft het verhoor van de verdachte door politieambtenaren bij te wonen, is al enige tijd geleden ontstaan. In het begin van de jaren zeventig bloeide deze discussie al op. De toenmalige minister van Justitie, Van Agt, verklaarde dat art. 50 Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) de raadsman vrije toegang gaf tot het politieverhoor. Zijn opvolger De Ruiter deelde de mening dat de advocaat toegelaten moest worden tot het politieverhoor, mits dit het onderzoek niet zou schaden. De door De Ruiter ingestelde Commissie Partiële Herziening Strafvordering (hierna: Duk) dacht er goed aan te doen een bepaling in het Wetboek van Strafvordering op te nemen waarin staat dat de raadsman bevoegd is om aan het politieverhoor deel te nemen. Dit denkbeeld van de Commissie viel niet in goede aarde bij het Openbaar Ministerie en bij de politie. Minister De Ruiter is inmiddels teruggekomen op zijn eerdere mening en kan zich verenigen met de bezwaren van het Openbaar Ministerie en de politie. Ook gelooft De Ruiter dat zich op financieel gebied obstakels voor zullen doen. Cyrille Fijnaut is gevraagd onderzoek te doen naar de situatie in de praktijk, de aspecten met betrekking tot de werklast, de financiële consequenties en de situatie in het buitenland. Maar kort nadat Fijnaut deze opdracht in handen had, deed de Hoge Raad uitspraak over de interpretatie van art. 50 en art. 28 Sv. Op 22 november 1983 besloot de Hoge Raad dat geen van deze beide artikelen betrekking hebben op het aanwezig zijn van een advocaat tijdens een verhoor door politieambtenaren. Dit wil zeggen dat een wetswijziging noodzakelijk was om een advocaat tot het politieverhoor toe te laten. Minister De Ruiter voelt echter niks voor een wetswijziging en reageert afwijzend. Hij stelde dat politieambtenaren hun werk niet meer goed kunnen uitoefenen als een advocaat de verhoren bijwoont. Bovendien zijn in het bestaande rechtssysteem voldoende rechtswaarborgen voor de verdachten.9 Dit arrest van de Hoge Raad heeft dus niet tot een wetswijziging geleid.

Hier is in 2013 verandering in gekomen. In dat jaar is er een EU- richtlijn tot stand gekomen waarin minimumregels staan die betrekking hebben op de rechtsbijstand in strafprocedures.10 Deze richtlijn zou uiterlijk 27 november 2016 in de nationale regelgeving zijn geïmplementeerd. Met het oog op de rechtszekerheid is de Hoge Raad op deze deadline teruggekomen. Hij heeft vooruitlopend op een wettelijke regeling, waartoe een wetsvoorstel is ingediend in de Tweede Kamer, besloten dat alle verdachten nu al het recht op verhoorbijstand moeten krijgen.11 Met deze aanscherping voorkomt de Hoge Raad prejudiciële vragen te hoeven stellen aan het Hof van Justitie over eventuele schending van grondrechten tijdens het verhoren van de verdachte zonder rechtsbijstand.12 Indien de Hoge Raad deze vraag had moeten stellen, zou er een kans bestaan dat veel zaken stil zouden moeten worden gelegd, totdat er antwoord zou komen op deze prejudiciële vraag. Hierdoor zou het lang duren voordat deze zaken zouden kunnen worden afgedaan. Door deze aanscherping van de Hoge Raad is het niet nodig om deze prejudiciële vraag te stellen en wordt de rechtszekerheid op deze manier gewaarborgd.

Voor- en nadelen        
De aanpassing brengt voor de verdachte bijna alleen maar voordelen met zich mee. Met deze aanscherping wordt de rechtszekerheid van de verdachte nog meer gewaarborgd, omdat de verdachte nu alle rechten heeft op het gebied van rechtsbijstand tijdens een strafrechtelijke vervolging. Het grootste voordeel is dat de raadsman voorkomt dat de politie tijdens de ondervraging ongeoorloofde druk uitoefent op de verdachte. Een ander voordeel is dat de advocaat na het verhoor controleert of de door de politie opgestelde verklaring overeenkomt met de verklaring die de verdachte heeft afgelegd. Ook kan de advocaat de zaak van de verdachte helemaal volgen. Hierdoor is hij goed op de hoogte van wat zich in de strafzaak van de verdachte afspeelt en kunnen ze een betere verdedigingsstrategie vaststellen.13 Het enige nadeel voor de verdachte is dat wanneer hij een raadsman in de arm neemt, hij de kans loopt om langer in voorlopige hechtenis te zitten, omdat hij moet wachten op een advocaat. 14

Politieambtenaren zijn over het algemeen minder enthousiast over de komst van advocaten tijdens het politieverhoor. Zij voelen zich te veel op de vingers gekeken tijdens de ondervraging. Sommige politieagenten ervaren dit als onwenselijk en vinden het niet deugdelijk kunnen uitoefenen van hun bevoegdheden een belemmering voor de achterhaling van de waarheid en voor het strafrechtelijk proces.15 Desondanks zijn er voor de politie ook voordelen verbonden aan de aanwezigheid van de advocaat. Zo zullen de processen-verbaal minder onjuistheden en tekortkomingen bevatten. Dit komt doordat de advocaat na afloop van het verhoor de opgestelde verklaring van de politieambtenaren na leest, zodat hij er zeker van is dat deze overeenkomt met de afgelegde verklaring van de verdachte. Dit zal ten goede komen aan de strafrechtelijke vervolging, omdat dit de kans op vormfouten in de procedure verkleint.16

Een voordeel voor de advocaat is onder andere dat ze het hele strafrechtelijke proces van de verdachte meemaken. Ze weten precies wat er zich heeft voorgedaan en wat op dit moment de exacte stand van zaken is. De raadsman kan op deze manier samen met de verdachte de beste verdedigingsstrategieën bepalen. 17 Een pijnpunt voor de advocaten is dat de vergoeding die zij krijgen vaak laag en all-in is. Dit wil zeggen dat ze, ongeacht hoeveel verhoren ze bij wonen, een vast bedrag krijgen. Dit bedraagt, afhankelijk van de ernst van de zaak, tussen de  €150,-  en €300,- per proces. 18 Wanneer een verdachte meerdere malen verhoord dient te worden, zal de advocaat steeds bij deze verhoren aanwezig moeten zijn. Veel advocaten ervaren dit als tijdrovend en vinden dat de vergoeding niet in verhouding staat tot de hoeveelheid tijd die ze aan deze, vaak kleine, vergrijpen kwijt zijn.19

Conclusie       
Na jarenlange discussies heeft de Hoge Raad op 15 december 2015 de wetgevende macht een handje geholpen en de knoop doorgehakt wat betreft de rechtsbijstand tijdens politieverhoren. Ze hebben besloten dat  vanaf 1 maart 2016 verdachten recht hebben op alle vormen van verhoorbijstand. Niet iedereen kan zich vinden in deze beslissing en er bestaat veel zorg en onenigheid binnen de verschillende disciplines. Voor de advocaat zal de zorg vooral liggen in de, volgens hen, te lage vergoedingen voor de te verlenen rechtsbijstand, terwijl er binnen de politiesector zorg bestaat over de snelheid waarin het strafrechtelijke proces zal gaan lopen. In de toekomst zal duidelijk worden of de speculaties van de verschillende disciplines terecht zijn. Hoe deze prille wetswijziging zal worden ervaren in de praktijk moet nog uitwijzen.

--------------

Eindnoten       

1. HR 22 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3608

2. EHRM 27 november 2008, 36391/02 (Salduz).

3. Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor, Stcrt, 2016, 4003.

4. BELEID OM Raadsman bij verhoor per 1 maart 2016, Stcrt, 2016, 8884.

5. BELEID OM Raadsman bij verhoor per 1 maart 2016, Stcrt, 2016, 8884.

6. BELEID OM Raadsman bij verhoor per 1 maart 2016, Stcrt, 2016, 8884.

7. Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor, Stcrt, 2016, 4003.

8. ‘Recht van verdachte op verhoorbijstand; ook voor meerderjarigen’, Raad van Rechtsbijstand 12 februari 2016, rvr.org ( zoek op politieverhoor meerderjarigen).

9. C.J.C.F. Fijnaut & G.N.M Blonk, De advocaat bij het politieverhoor, Lochem, Van den Brink, 1988, p. 5.

10. Richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming (PbEU 2013, L 294/1)

11. Handelingen II 2016/05, 87, item 8, p. 1.

12. BELEID OM Raadsman bij verhoor per 1 maart 2016, Stcrt, 2016, 8884.

13. ‘Voordelen advocaat bij politieverhoor’, Politie verhoor, z.j, Politie-verhoor.nl (zoek op voordelen advocaat bij politieverhoor).

14. C.J.C.F. Fijnaut & G.N.M Blonk, De advocaat bij het politieverhoor,Lochem, Van den Brink, 1988, p. 108.

15. C.J.C.F. Fijnaut & G.N.M Blonk, De advocaat bij het politieverhoor,Lochem, Van den Brink, 1988, p. 107.

16. ‘Voordelen advocaat bij politieverhoor’, Politie verhoor, z.j, Politie-verhoor.nl (zoek op voordelen advocaat bij politieverhoor).

17. ‘Voordelen advocaat bij politieverhoor’, Politie verhoor, z.j, Politie-verhoor.nl (zoek op voordelen advocaat bij politieverhoor).

18. Art. 3 lid 1 sub a en b van de Beleidsregel vergoeding rechtsbijstand politieverhoor 1 maart 2016.

19. ‘Verhoorbijstand per 1 maart 2016’, Nederlandse Orde van Advocaten, z.j, advocatenorde.nl (zoek op verhoorbijstand 1 maart).  


Politiegeweld gerechtvaardigd?
09dec

Politiegeweld gerechtvaardigd?

Door Ivar Boschma Art 3 Politiewet 2012: De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met...

Het legaliteitsbeginsel in Duitsland en Nederland in de jaren '30
15mei

Het legaliteitsbeginsel in Duitsland en Nederland in de jaren '30

Geschreven door: Larissa Schut  Het blijft een fascinerende combinatie: revolutie en recht. Vooral als een revolutie over gaat in een...